In januari 1900 komen een aantal boeren bij elkaar in de herberg van Hendrik Mulder.
Ze komen overeen om te proberen hun gezamenijke hoeveelheid melk bij inschrijving te verkopen aan de omliggende fabrieken om zo een hogere melkprijs te krijgen. Deze opzet mislukt, betrokken fabrieken geven te kennen hieraan niet mee te willen werken. De gevormde commissie gaat niet bij de pakken neerzitten, tijdens een tweede vergadering worden spijkers met koppen geslagen, diezelfde avond nog wordt een huis met erf en grond gekocht.
Het begin van de zuivelfabriek in Oudega.
Er melden zich 45 leden, samen hebben zij 250 melkkoeien.
Het eerste jaar wordt alles met handkracht gedaan, maar al in november 1901 wordt er een stoommachine aangeschaft. In 1909, 1911 en 1913 volgen er nieuwe verbeteringen. Maar het blijft moeilijk door de te geringe melkaanvoer. In 1916 wordt advies ingewonnen bij de overkoepelende vereniging. Het advies luidt dat men beter kan fuseren met de omliggende fabrieken. Aangezien binnen afzienbare tijd de Ooster- en Westerzanding ingepolderd zullen worden alsook de Maadlanden van Eernewoude besluit men om toch door te zetten. In 1921 worden alle fabrieksruimten vergroot en gaat men over op elektriciteit.
In het boekjaar 1939-1940 is de aanvoer gestegen tot meer dan 5.000.000 kg, melk per jaar. Na de oorlog volgen nog enkele verbouwingen en al het koperwerk wordt vervangen door roestvrij staal. Maar uiteindelijk blijkt de fabriek, op twee na de kleinste fabriek van Friesland niet langer levensvatbaar te zijn. In januarie 1966 wordt met algemene stemmen besloten een fusie aan te gaan met de zuivelfabriek van Opeinde “de Eendracht”. In dat jaar valt het doek voor de zuivelfabriek, 66 jaar lang heeft de fabriek voor bedrijvigheid in het dorp gezorgd.