In dit voormalige winkelpand heeft de familie Wilt Kooista gewoond.
Tijdens de oorlogsjaren is het een centrum van illegale activiteiten en een doorgangshuis voor veel mensen, die in het verzet actief zijn of een veilig onderkomen zoeken. In het archief van de Vereniging Friesland 1940-1945, dat zich in Tresoar bevindt, zit ook kaart no. 1053, door Wilt Kooistra na de oorlog ingevuld.
Staat van beroep: Manufacturier
Geboren: 11-11-1898
Motief om verzet te plegen Rechtsgevoel, principes en geloofsovertuiging
Aantal P. B.’s Twee
Alias van der Kouwe
Taak Hoofd sectie XII, nog hoofd sectie II
Wilt Kooistra geeft zijn gegevens beknopt weer op één kaart. Er valt niet uit af te leiden hoe hij in het verzet “gerold” is, maar vanaf 1943 bezoeken steeds meer mensen dit winkelpand, hetzij als koerierster (Tiny Mulder), hetzij als verzetsstrijder (Geale) of voor de gezelligheid (Jaap, een joodse jongen, die de zondagen komt) en omdat er maar één vertrek verwarmd wordt door de brandstofschaarste, maakt de rest van het gezin ook het één en ander mee.
Wilt Kooistra is belast met de verdeling van de bonkaarten voor de onderduikers in de omgeving en dat zijn er nog al wat. Hij is veel onderweg voor de Landelijke Bond voor Hulp aan Onderduikers. De bonkaarten voor deze onderduikers zijn “veilig” opgeborgen in de etalagepoppen, die hol zijn en in de winkel staan. Naarmate de oorlog vordert is Wilt Kooistra meer op zijn fiets de provincie in. Angezien de winkel nauwelijks meer voorraad heeft, kan zijn vrouw dat wel alleen af. Hij brengt en haalt onderduikers overal vandaan en moet soms een onderduiker streng “toespreken” omdat deze een gevaar voor zijn omgeving dreigt te worden.
Regelmatig wordt er in de consitorie van de toenmalige Gereformeerde kerk vergaderd met andere L.O. mensen. De laatste maanden van de bezetting vindt mevrouw Kooistra het niet meer verantwoord met de kinderen thuis te slapen. Het huis is te vol en dit, vreest ze, loopt in de gaten. In de laatste vier weken is Wilt Kooistra veel in Drachten om zich bezig te houden met de komende distributie van voedsel en onderdak te regelen voor de N. B. S. Ook is hij verantwoordelijk voor de gevangenen, die uiteindelijk naar Sparjebird gebracht moeten worden.
In een bedankbrief aan de ingezetenen van Oudega prijst Wilt Kooistra de gastvrijheid voor hen, die van huis en haard verdreven zijn en het stilzwijgen van de bevolking, zodat het illegaal werk gedaan kon worden. Op 2 october meldt de Drachtster Courant dat Wilt Kooistra samen met Bosch, districtsmilitaire commissaris, woedende Inwoners van Opeinde toespreekt, omdat volgens hen een aantal N. S. B. niet vrij gelaten mochten worden. Kooistra slaagt erin de orde te herstellen door geode informatie te geven. Hij is immers de verantwoordelijke voor de gevangen genomen Nederlanders. Na de oorlog wordt Wilt Kooistra raadslid namens de Antirevolutionaire Partij in de gemeenteraad. Hij sterft in 1948.