Oosterhaven of de Wâl



Er is slechts één toegangsweg over land naar Oudega, de Oldegaster Hooyweg.

Het meeste verkeer van goederen, vee en personen vindt plaats over water. In Oudega zijn twee havens, de Oosterhaven en de Westerhaven. De Westerhaven , Anne Folkerts-haven,is de haven buiten het dorp aan de Westerzanding. Hier wordt vooral hout, hooi en riet aangevoerd en de Oudegaaster schippers van de wildevaart leggen hier vaak even aan. De Oosterhaven is de haven in het dorp, aan de Oosterzanding, hier is in 1790 al een beschoeiing, waar de schepen een gemakkelijke lig- en losplaats vinden.

Er zijn twee beurtschepen welke op Leeuwarden en Sneek varen. Er is een kontrakt uit 1712 tussen Gedeputeerde Staten van Friesland met de ingezetenen en de veerschippers van Oudega, tot het recht hebben van het veer Oudega-Leeuwarden vice versa. Gedurende eeuwen is het veerschip van Oudega geheel of gedeeltelijk in het bezit geweest van de familie Welling. Ook de produkten uit Nijega en Opeinde moeten hier worden ingescheept. Oudega is ook de thuishaven van veel schippers op de wildevaart en vissers. Veel nering komt over water naar Oudega. De potschipper komt met zijn handel, potten en pannen, per schip, evenals de schaaresliep. En is er feest in het dorp de zweefmolen komt per schip aan. En heel bijzonder is Klein Artis een woonschip met slangen en apen en heel veel vogels.

Naast de haven is een opslagterrein van goederen, hooi wordt over water aangevoerd en granen. De dorsmachine staat hier een paar dagen te dorsen en het zaad, vooral rogge, wodt los ingescheept voor vervoer naar o.a. Leeuwarden. Er is veel aanvoer van veevoer zoals aardappelvezels maar ook kunstmest, turf en kolen voor de melkfabriek. Kaas, boter van de zuivelfabriek en vee voor de markt in Leeuwarden worden per schip afgevoerd. Wat heel veel bedrijvigheid geeft is de afvoer van zand per schip. Oudega ligt op een hoge zandrug, het zand bevat minder dan 0,03% humus, wat haar geschikt maakt voor de asfaltmolen. De zandwinning begint volop in de jaren '50 en behalve voor asfalt wordt veel zand gebruikt voor wegenaanleg en de aanleg van het vliegveld in Leeuwarden. In drukke tijden worden 15 schepen per dag geladen, wat ook een enorme drukte in het dorp geeft; alles wordt per auto aangevoerd.

In 1966 stopt de familie Welling met de beurtvaart. En wanneer eind 1970 ook de afvoer van zand stopt, betekent dit einde bedrijvigheid en wordt de haven een passantenhaven.

Inmiddels is de haven uitgebreid en komen er in de nabije toekomst een paar woonarken te liggen. Voor het nieuwe havengebied is veel animo