Setsloot



Op de kaart van B. Schotanus uit 1664 is de Setsloot al te vinden.

Ook de Schotanusatlas van 1718 laat deze waterloop de”Sedsloot” zien. Zij vormt de verbinding tussen het dorp Oudega en de Munnike EE. Over de naam vertelt het “Frysk Wurdboek” ons meer. Het woordje “Set” staat voor een landhoofd in een tamelijk smal water, d. w. z. dat het vaarwater daar vernauwd is en een soort bruggehoofd vormt. Op die plek kan men met loopplanken of balken (barten) een overgang maken naar de overkant. Dat kunnen draaibare loopplanken zijn, een draaivonder, of een vaste, dan noemt men het een setsbrêge. Het is niet alleen bedoeld voor voetgangers, maar de boer kan er ook zijn vee verweiden of een lading hooi overbrengen.

Moet er een schip passeren, dan kunnen de balken/ planken verwijderd worden en kan de schipper passeren, die vervolgens de barten weer op zijn plaats legt. In de Setsloot is, naar wij weten, geen overgang geweest. De naam Set slaat hier dus op de vernauwing, die de vaart is tussen de Munnike Ee en de Oudegaaster Sanding, het meer bij Oudega. Ze vormt dus als het ware een bruggehoofd.

Hoe de pachters van de landeigenaren wed. C. M. Haersma de With en M. E. Lycklama à Nijeholt aan de overkant van de Setsloot het hooi in die tijd winnen, immers het gebied vormt een eiland, zal alleen maar per praam vervoerd kunnen zijn, zoals dat voor veel gebieden in deze streken van Friesland regel is. Als er vee gegraasd heeft zal dat ook op die manier vervoerd zijn.

Als de Oudegaaster Sanding in 1920/1921 wordt ingepolderd, wordt de eeuwenoude Setsloot, als toegang tot het dorp in ere gehouden. Men verdiept en verbreedt haar. Nu ligt ze verscholen in het landschap, maar nog duidelijk zichtbaar richting Munnike Ee. Dat dat zo mag blijven.