Woning, winkel en herberg



Volgens de dorpshistoricus, Bonne Dijkstra, is het een zeer oud pand, honderden jaren oud. Zeer strategisch gelegen, want alles wat het dorp nodig heeft, komt over het water. Het pand is gebouwd van kleine gele stenen en in de twintigste eeuw bepleisterd door Jan Bruinsma. Omdat tot 1910/1911 de Oudegaaster Sanding (het meer) vrij spel heeft en er regelmatig een hoge waterstand is, is het pand hoog gebouwd. Daarom is de hoge stoep nodig om binnen te komen. Aan de buitenkant vlak bij de stoep is de drinkwaterkraan voor de schippers bevestigd. De familie Welling heeft hier “ Recht tot uitgifte van water aan schippers”. In dit pand, nummer A 38 in 1928 zit een café, een winkel en een woongedeelte en een kamer voor de kostganger, de grootvader van Wietze Welling. De vader van Wietze Hans Welling is beurtschipper bij zijn oom Wietze Welling en zijn vrouw Aaltsje runt het café en de winkel en zorgt voor haar gezin. Als haar man op jonge leeftijd sterft, staat zij er alleen voor en blijft haar taak doen, samen met haar vijf kinderen.

Laten wij eerst maar eens het eeuwenoude café bekijken. Ze heeft geen voordeur, klanten moeten achterom, zie de plattegrond. De herberg heeft verlof A. D. w. z. dat ze de lichtste alcoholische dranken mag serveren en natuurlijk koffie en thee en dergelijke. Verlof A is de lichtste vergunning. Altsje Welling doet om 19.30 de deur achter open en sluit de herberg om middernacht. Ze is tevreden met deze vergunning, want anders zou ze ander publiek trekken en daar zit ze niet op te wachten. Vertegenwoordigers, die in het winkeltje komen kunnen door een deur vanuit het winkeltje even een kopje koffie drinken. Aan de buitenmuur staat de tap met een plank met gaatjes. Daar kan het glaasje zonder voet even in staan, want arbeiders hebben geen tijd om te zitten. In de oorlogsjaren zitten de soldaten van de wachtpost ook wel in het café, maar Aaltsje Welling heeft weinig met hen op, zeker sinds een aantal jongens in het dorp zijn opgepakt. Behalve voor stamgasten en reizigers wordt de herberg ook gebruikt door verenigingen, zoals de Oranjevereniging en dorpsbelang. Als Wietze Welling de zaak overneemt van zijn moeder breidt hij het café uit en stopt met de winkel in 1979. Hij start in het café met het draaien van muziek, het is even wennen, maar uiteindelijk trekt het mensen.

En dan nu het winkeltje.

Het pand heeft in vroeger tijden de ingang op de Fabrykswei. Via een hoge stoep kom je in het winkeltje met de naam Grosco. Aan de rechterkant staat de toonbank en daar en aan de kopse kant op planken en in bakken de producten. Daar bedient Aaltsje Welling haar klanten. Er is geen nee te koop. In grote bakken de massaproducten o.a. meel, koffie, bruine bonen, havermout enz. De klanten, die in de omgeving wonen, komen hier in de winkel en worden bediend. Dat geldt ook voor de vele schippers, die naar Oudega komen om bijvoorbeeld zand op te halen. De klanten van verre worden op een andere manier bediend. Wietze Welling brengt hen het winkelboekje. Van de Hooidammen tot aan Nijega zie je hem op de fiets de klanten bezoeken. Bij de deur krijgt hij dan het winkelboekje ingevuld terug of vult het met de klant in. Wietze noemt dan een rij producten op en de klant beaant dat dan. Vervolgens fietst Wietze terug naar de winkel en pakt de boodschappen voor enkele klanten in in zijn fietstassen en probeert het dezelfde dag weer terug te brengen. Het komt wel voor dat hij de lege sjerppot mee krijgt om te vullen. Al met al is de week zo snel voorbij. Overigens Wietze is niet de enige winkelier die dit doet, ook Jelsma, Mud, van der Iest, Kielstra, Jongsma doen het op deze wijze. Een ieder heeft zijn eigen klanten.

Jan Kezes Welling haalt met zijn bodedienst de producten voor Wietze zijn moeder uit Drachten. Hij slaat in bij Pietersma op de Oudeweg, die daar een winkel heeft. Inmiddels staat Wietze zijn broer ook in de winkel. Op een gegeven moment vervangt een auto de fiets. Eerst een Volkswagen, daarna een Citroёnbus, een Hûnekop. Dat is een grote ommezwaai in de bedrijfsvoering. Wietze is met Aikema uit Drachten op een cursus in Heerenveen geweest om voor supermarktmanager te leren. Als Aikema in Drachten de eerste supermarkt opricht aan de Hof van Edenlaan, doet Wietze Welling het met een rijdende supermarkt. Hij gaat met de auto bij de mensen langs en laat hen zelf winkelen. Sommige collega's van Wietze zien dat helemaal niet zitten met deze aanpak. Wietze echter wel en de praktijk wijst uit dat het een succes is. De winkel wordt nu een IFA. Zelfs de SRV mensen uit Irnsum komen langs om te kijken hoe Wietze het doet.

Zoals gezegd stopt Wietze met de winkel, vanwege de drukte die het runnen van het café meebrengt. Naast de winkel in hetzelfde pand zit ook nog een afdeling voor touw en teer, te bereiken via de winkel. Deze ruimte wordt ook bij het café getrokken en Wietze Welling runt aan de andere kant van het pand nog een poos een winkeltje in schippersbenodigdheden. Niet vergeten mag worden dat in dit pand met zijn vele activiteiten ook nog jaren op zolder een schilderclub heeft gedraaid. Inmiddels wordt het pand gerund door zijn dochter en schoonzoon.

In 2018 is het café verhuurd aan een nieuwe uitbater. Hiermee komt een einde aan meer dan 250 jaar café Welling.

De bewoningsgeschiedenis van dit pand: Op e Wal 4 (A46)

Fam. Gjalt H. Welling

Fam. Hans Welling

Weduwe Aaltje de Jong tot 1963

Fam. Wytze Welling 1963 tot 1975

Achtereenvolgens inwonenden: Sietske Bron: dienstbode

: Trijntje Welling: dienstbode

: Trijntje Booi: dienstbode

: Jelle Algra: 1950

: Hylkje Welling: 1951

: Hidde Barla: 1952/53

: Gjalt Welling: 1957

: Fetje A. Anema: 1966